De provincie Vlaams-Brabant ondersteunt landelijke kerken die op korte termijn een herbestemming willen realiseren. Met een budget van 250.000 wil ze 10 kerken op het spoor zetten voor een nieuwe bestemming.
In heel wat gemeenten in Vlaams-Brabant worden plannen gemaakt voor nieuwe invullingen van kerkgebouwen. Tot concrete realisatie komen is echter niet eenvoudig.
12.09.2019 - PROVINCIALE LANDSCHAPSDAG
Focus: Artistieke expressie in het landschap
Het landschap in Vlaanderen staat erg onder druk. Verstedelijking en banalisering rukken almaar op, terwijl de nood aan karaktervolle plekken met open ruimte, groen en rust evenzeer toenemen. In hoeverre kunnen artistieke expressie en (landschaps)architectuur het tij keren en de eigenheid van cultuurlandschappen opnieuw versterken en zelfs herstellen?
Op de jaarlijkse landschapsdag staat dit thema centraal. We verruimen onze horizon, gaan in dialoog met elkaar, toetsen verschillende visies en laten ons inspireren door enkele boeiende voorbeeldpraktijken.
Hagen maken reeds eeuwenlang deel uit van het typische agrarische cultuurlandschap in grote delen van de provincie Vlaams-Brabant. Ze behoren tot de landschapselementen die, naast de agrarische activiteiten, het landschap bepalen en de streekidentiteit typeren. Een goed beheer van deze vaak enorme landschappelijke hagen is een lastige karwei, zeer arbeidsintensief en bijgevolg duur. Daarnaast is ook bacterievuur een niet te onderschatten aandachtspunt. Agrobeheercentrum Eco² en Werkers in aanneming stelden de Vlaams-Brabantse Hagendorser voor. Deze heggenslagmaaier is de ideale oplossing voor een betaalbaar en ecologisch verantwoord onderhoud van landschappelijke hagen.
De maaier met arm en tractor kost samen 200.000 euro, waarvan 130.000 euro gesubsidieerd is vanuit de Plattelandswerking. De resterende70.000 euro werd door Eco2 en de Werkers gedragen. In de provincie Limburg hadden ze al dergelijke machine, wij konden niet achterblijven.
Hhagen die met de Hagendorser worden gesnoeid zijn veel properder als die gedaan met een klepelmaaier. Met een klepelmaaier wordt alles stuk geslagen wat ook makkelijker ziekten verspreidt. Bij dit toestel wordt de bak steeds ontsmet na de werken, het snoeisel ter plaatse verhakseld en worden snippers die te ver vliegen naar de haag terug geblazen.
Planten zijn altijd al een bron van inspiratie geweest voor kunstenaars. In de barok werd het stilleven immens populair in Nederland en Vlaanderen. Jan Brueghel de Oude, die een zoon was van Pieter Bruegel en ook wel de Fluwelen Brueghel genoemd werd, was een van de grondleggers van het bloemstilleven. Hij schilderde met veel detail. Het was toen gebruikelijk om een zeer brede selectie van bloemen af te beelden, maar vaak konden die geschilderde boeket-ten niet echt bestaan, omdat de bloemen niet op hetzelfde moment bloeiden. Andere vertegenwoordigers waren onder meer Roelant Savery, Ambrosius Bosschaert de Oude en Jan Davidsz. de Heem. Maar ook enkele vrouwelijke schil-ders blonken hierin uit, bijvoorbeeld Rachel Ruysch en Maria van Oosterwijck.Het genre kende een heropleving in de romantiek. Kort daarop gebruikte de jugendstil (art nouveau in Frankrijk en België) vaak langstelige, gracieus gesti-leerde planten en bloemen, dieren en ranke vrouwen als motief in schilderijen, in smeedwerk en op tegels en gebouwen. Bij ons waren Victor Horta en Henry Van de Velde de belangrijkste vertegenwoordigers, maar misschien bezocht je ooit Gaudi’s nog steeds niet afgewerkte Sagrada Familiain Barcelona.Verder bouwend op dat roemruchte verleden hebben leerlingen van het vijfde jaar Artistieke Opleiding van de Leuvense Wijnpers tijdens hun projectweek een wel bijzonder origineel kunstwerk gemaakt voor het Proefcentrum Herent. Ze maakten linosneden op basis van blad- en bloemmotieven van gewassen waarvoor in Herent onderzoek loopt, zoals witloof en goudsbloem, maar ook bruine mosterd, hennep, koriander en soja. Die linosneden werden nadien gedigitaliseerd en uitvergroot en vervolgens met een lasercutter uitgesneden in hout. Het werk symboliseert de samenwerking tussen het proefcentrum en de school. Leerlin-gen van de land- en tuinbouwafdeling van De Wijnpers komen al langer voor praktijklessen naar het proefcentrum en nu zijn de beide provinciale instellingen ook op een andere manier verbonden met elkaar.
Bron: Boer&Tuinider
De provincie Vlaams-Brabant zet zich blijvend in om het rijke cultureel erfgoed van het Brabants trekpaard levend te houden en door te geven aan volgende generaties.
De cultuur van het Brabants trekpaard, trots van Vlaams-Brabant, is een krachtig stukje levend erfgoed. Eigenaars, menners en fokkers geven deze tradities dagelijks vorm.
De provincie Vlaams-Brabant zet zich in om dit rijke immaterieel cultureel erfgoed levend te houden en door te geven aan volgende generaties.
Brabants trekpaard, samen erfgoed een toekomst geven
Het Brabants trekpaard is al tientallen jaren zijn landbouwfunctie verloren. Om het ras en de tradities in stand te houden is het belangrijk om het verleden te bewaren en de tradities over te dragen aan jongere generaties. Samen met de trekpaardenverenigingen en -gebruikers selecteerden we drie traditionele trekpaardentechnieken die ook in de toekomst hun waarde kunnen bewijzen.
Het gaat om het mennen op kordeel (het besturen van het paard met één leidsel en op stem), het ploegen met een Brabantse wentelploeg en het boomslepen. Al deze functies zijn vandaag nog toepasbaar in duurzame landbouw en bosbeheer.
De provincie Vlaams-Brabant realiseerde een documentaire, in samenwerking met het Centrum Agrarische Geschiedenis, waarin deze technieken voor de toekomst bewaard werden. Zelfs als de generatie van oudere gebruikers mocht uitsterven, zal een audiovisueel archief blijven.
Naast deze documentaire werkte de provincie ook aan de actieve overdracht van deze technieken aan een nieuwe generatie van trekpaardengebruikers en –liefhebbers via een opleidingsdag boomslepen in Wezemaal en het onderhoud van een bosperceel in Molenstede.
>>>
De stad Landen liet de molen van het bezoekerscentrum Rufferdinge ombouwen tot een belevingscentrum. Centrale thema's zijn er landbouw, techniek en waterkracht.
Twaalf jaar geleden werd de molen van Rufferdinge omgebouwd tot een bezoekerscentrum, waar de toeristische dienst is gevestigd. Om gezinnen met kinderen, scholen en groepen aan te spreken, werd het passief bezoekerscentrum dit jaar omgebouwd tot een actief belevingscentrum. Dit zowel vormelijk als inhoudelijk, met als centrale thema’s landbouw, techniek en waterkracht.
Er kwam een nieuwe onthaalbalie en op de verdiepingen verschenen leerrijke doe-elementen waarmee de bezoekers kennismaken met waterkracht. Het waterrad, de centrale energiebron van de oude molen, is opnieuw zichtbaar.
Het nieuwe bezoekerscentrum is een inspirerende plek geworden, een knap toeristisch onthaal dat zorgt voor meer dag- en verblijfstoeristen. We zetten hiermee weer een mooi stukje Hageland terug op de kaart.
Het initiatief werd als plattelandsproject door AGB Landen ingediend bij het Europees programma voor plattelandsontwikkeling LEADER in het Hageland en ontving hiervoor 75.000 euro subsidies.
OCMW Kortenaken maakte werk van de aanpak van eenzaamheid. Via het project ‘Je staat niet alleen’ bracht ze mensen met elkaar in contact.
Eenzaamheid is een belangrijk sociaal thema, zeker in plattelandsgemeenten waar de kans op isolement groter is. 60plussers die plots hun partner verliezen door echtscheiding of overlijden belanden sneller in de eenzaamheid.
OCMW Kortenaken wil deze eenzaamheid aanpakken met het project ‘Je staat niet alleen’.
Er werd een traject opgezet om lotgenoten met elkaar te verbinden en eenzaamheid bespreekbaar te maken. Zo vonden groepsbijeenkomsten plaats voor mensen die hun partner verloren.
Dit project is een mooi voorbeeld van hoe we met plattelandsmiddelen kunnen inzetten om het sociaal weefsel In het Hageland te versterken. Initiatieven zoals deze vormen de basis voor een goed beleid en zijn belangrijke pijlers voor de samenlevingsopbouw op het platteland.
In samenwerking met de hogescholen Thomas More en UCLL werd het project professioneel begeleid en de resultaten wetenschappelijk verwerkt.
De opgedane kennis en ervaring werd gebundeld in een ervaringsbrochure en draaiboek, dat ook bruikbaar is voor andere organisaties en besturen.
Hiermee werd een kwaliteitsvolle tool ontwikkeld, waarmee een stappenplan kan worden opgesteld. De overdraagbaarheid hiervan zorgt voor continuïteit van andere projecten rond eenzaamheid.
Het initiatief werd als plattelandsproject door OCMW Kortenaken ingediend bij het Europees programma voor plattelandsontwikkeling LEADER in het Hageland en ontving hiervoor 27.295 euro
Om meer ruimte te maken voor jeugd, vrije tijd en verbondenheid in Herent hebben de Scouts Diependaal een aanbouw bij hun bestaande lokalen laten plaatsen.
Deze aanbouw van 85m² zorgt er voor dat de leden, leiding en materiaal weer voldoende ruimte hebben.
‘Bovendien verhoogt de nieuwbouw ook de verbondenheid in de wijk omdat de Scouts nu de ruimte heeft voor activiteiten die open staan voor de omwonenden. Rond het gebouw komt een avontuurlijke speelruimte die voor iedereen toegankelijk is’, zegt Monique Swinnen, gedeputeerde voor plattelandsbeleid en Europa.
De totale kost van het project bedraagt 117.385 euro. De Scouts konden hun lokaal uitbreiden dankzij de steun van 76.300 euro via provinciale en Vlaamse subsidies van Platteland Plus.
