Bloesemkunst in het Hageland: Close to Bone geselecteerd als curator
Elk jaar kleuren de bloesems het Hageland en worden de glooiende heuvels omgetoverd tot een wit-roze spektakel. Het is een niet te missen schouwspel dat heel wat bezoekers naar het Hageland lokt in het voorjaar. Vanaf volgend voorjaar voegen we met 11 unieke kunstwerken in 11 bloesemgemeenten een nieuwe artistieke belevingslaag toe aan het bestaande aanbod bloesemwandel- en fietsroutes.
Elk jaar kleuren de bloesems het Hageland en worden de glooiende heuvels omgetoverd tot een wit-roze spektakel. Dit tijdelijk fenomeen is een niet te missen schouwspel, dat heel wat bezoekers naar de regio lokt in het voorjaar. Sinds 2015 promoot Toerisme Vlaams-Brabant in samenwerking met lokale gemeentebesturen, fruittelers en partners dit visueel sterk product met talrijke activiteiten gedurende B(l)oeiend Hageland, een 14-daagse in het teken van de bloesem.
Toerisme Vlaams-Brabant wil met het project ‘Bloesemkunst in het Hageland’ een artistieke belevingslaag toevoegen aan het reeds bestaande vaste aanbod aan bloesemfiets- en wandelroutes.
Vanaf het voorjaar 2018 stoot je tijdens je ontdekkingstocht in de 11 bloesemgemeenten Hoegaarden, Tienen, Linter, Kortenaken, Geetbets, Landen, Zoutleeuw, Glabbeek, Lubbeek, Bekkevoort en Tielt-Winge op 11 unieke kunstwerken. Deze kunstwerken, gecreëerd door lokale of internationale kunstenaars, zullen geplaatst worden op locaties te midden de fruitboomgaarden waar de bezoeker even kan stilstaan bij het specifieke landschap van het Hageland.
Toerisme Vlaams-Brabant werkt voor dit project samen met het studiebureau Close to Bone bvba uit Langdorp, die optreedt als curator. Het ontwerpen van kunstwerken is het bureau niet vreemd want de “zwevende trap” in cortenstaal die boven de heuvels van Tielt-Winge prijkt, de welbekende Vlooybergtoren, is van hun hand.
De kunstwerken worden geplaatst op de vaste bloesemfietsroutes, ideale stopplaatsen dus om te genieten van de mooie bloesemomgeving in het Hageland.
Dit project werd mede mogelijk gemaakt door cofinanciering uit Platteland Plus, bestaande uit middelen van Vlaanderen en de provincie Vlaams-Brabant.